Direct naar artikelinhoud
nieuws

Opnieuw rijdt het CDA het vaakst een scheve schaats, blijkt uit de jaarlijkse index van integriteitsaffaires in de politiek

Belangenverstrengeling is de meest voorkomende integriteitsschending onder politici in Nederland, zoals dubbelfuncties en vastgoedbelangen. De Politieke Integriteits-Index telt 52 affaires over het afgelopen jaar. De Nederlandse politiek is strenger voor burgers dan voor zichzelf.

Belangenverstrengeling was afgelopen jaar de meest voorkomende vorm van schending van de integriteit onder politici in Nederland. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om dubbele functies en vastgoedbelangen.Beeld Eddo Hartmann

CDA-leider Wopke Hoekstra kwam vorig jaar twee keer in opspraak. In februari schaatste de demissionaire minister van Financiën met olympisch kampioen Sven Kramer een rondje op de ijsbaan van Thialf in Heerenveen. Hij plaatste er zelf een foto van op Twitter. Er kwam een storm van kritiek op zijn publiciteitsstuntje, omdat recreanten er wegens coronamaatregelen al maanden niet mochten schaatsen. ‘Er zijn geen speciale privileges voor ministers,’ zo reageerde zijn collega van Medische Zorg, Tamara van Ark (VVD). Hoekstra moest door het stof: ‘Ik heb dit niet goed gedaan.’

In oktober kwam uit dat Hoekstra tot vlak voor zijn aantreden als minister in 2017 een brievenbusfirma had op de Maagdeneilanden. Het was een van de onthullingen uit de Pandora Papers, gedaan door een internationaal samenwerkingsverband van onderzoeksjournalisten. De brievenbusfirma was een erfenis uit zijn tijd als consultant bij McKinsey. Via dat belastingparadijs investeerde Hoekstra onder meer in Afrika. Hij had met deze constructie geen wetten overtreden, maar pijnlijk was het wel. Voordat hij minister werd, zat hij in de Eerste Kamer, waar hij zich ook bezighield met de strijd tegen belastingontwijking. Hoekstra kreeg de volle laag in een Kamerdebat.

Het Europees Parlement nam een paar weken later met grote meerderheid van stemmen een resolutie aan, waarin het vraagt om een grondig onderzoek naar de wanpraktijken die aan het licht zijn gekomen door de Pandora Papers. De Europarlementariërs ‘drukken in het bijzonder hun afkeuring uit’ over een aantal met naam en toen genoemde politici, onder wie Wopke Hoekstra. Hij wordt in één adem genoemd met politici als Ilham Aliyev, president van Azerbeidzjan en Milo Đukanović, president van Montenegro.

Het zijn twee van de elf integriteitsaffaires die het CDA het afgelopen jaar kende. Daarmee voert de partij voor het tweede jaar de Politieke Integriteits-Index (PII) aan. Deze positie komt mede voort uit een fors schandaal rond vriendjespolitiek in Limburg, waarmee het CDA sinds 2020 kampt. Dat schandaal kostte ook een jaar later weer de nodige politici de kop. De gedeputeerden Hubert Mackus en Ger Koopmans moesten aftreden, evenals de burgemeesters Dieudonné Akkermans (Eijsden-Margraten) en Luc Winants (Venray), en wethouder Jan Loonen (Venray).

De PII telde in 2021 in totaal 52 integriteitsaffaires. De meeste – in totaal 21– vielen in de categorie belangenverstrengeling (of meer officieel: ‘onverenigbare functies en bindingen’). Het gaat dan bijvoorbeeld om Wopke Hoekstra, die als politicus privé een brievenbusfirma had of Jan Loonen, die zich als wethouder van Venray met grondzaken in zijn portefeuille, ook bemoeide met onderhandelingen rond privé-deals.

De VVD kende negen affaires in 2021, GroenLinks zes, en D66 vier. Lokale partijen hadden er samen elf. Het totaal van 52 ligt iets hoger dan in 2020, toen er 45 kwesties speelden. In 2019 waren er 42 affaires. In 2018 waren er, net als nu, 52 kwesties. De PII schommelt al jaren rond die aantallen.

Bewust overtreden van de regels

Ongewenste omgangsvormen, zoals overtreding van de coronaregels of seksuele intimidatie, leverden tien affaires op. De meeste politici haasten zich dan om excuses aan te bieden, zoals Wopke Hoekstra deed na zijn schaatsrondje of minister Ferdinand Grapperhaus na de ophef over de foto’s van zijn bruiloft in 2020, waarop te zien is dat hij en zijn gasten zich niet aan de coronaregels houden. Voor Thierry Baudet is het een bewuste strategie om regels te overtreden. De FvD-leider ging met veel publicitaire tamtam naar Urk om daar voor de camera’s handen te schudden en te poseren met zijn fans, waarmee hij dus ook bewust de anderhalvemeterregel schond. Het leverde hem een boete op van 95 euro.

Zembla had al in 2020 onthuld dat 21 van de 150 Kamerleden nevenactiviteiten en inkomsten niet of onvoldoende hadden gemeld in het verplichte register. Baudet was één van hen. Sinds april 2021 houdt het College van onderzoek integriteit toezicht op de naleving van de regels door Kamerleden. In november 2021 dienden twee burgers bij dat college een klacht in tegen Baudet, omdat hij zijn inkomsten uit boekverkoop niet registreert. Baudet noemde de registratieplicht onzin: ‘Dat neem ik niet eens serieus.’

Zijn partijgenoot Pepijn van Houwelingen bedreigde in een debat D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma met tribunalen: ‘Uw tijd komt nog wel, want er komen tribunalen.’ Sjoerdsma antwoordde daarop dat hij in zijn negen jaar als Kamerlid nog niet had meegemaakt dat een collega hem bedreigde. Van Houwelingen zei later in een interview dat hij ‘absoluut geen spijt’ had van zijn opmerking over tribunalen.

Deze strategie van het bewust overtreden van formele regels en daar zelfs minachting voor tonen, is betrekkelijk nieuw voor Nederland. Donald Trump doet het al jaren in de Verenigde Staten. Het gaat veel verder dan het doen van provocerende of kwetsende uitspraken. In een democratische rechtsstaat is iedereen gelijk voor de wet en moet iedereen zich aan de wet houden. Dat geldt juist voor politici: zij moeten het goede voorbeeld geven. Vandaar dat een op zich onbenullig incident (tegen de regels in een rondje schaatsen in Thialf) een grote lading kan krijgen: de regering had de vrijheid van burgers op dat moment immers verregaand ingeperkt.

Als populistische politici zoals Thierry Baudet openlijk en bewust lak hebben aan regels, dan tast dat de geloofwaardigheid van de rechtsstaat en het openbaar bestuur aan. Traditionele politici hebben daar nog altijd geen goed antwoord op gevonden, juist omdat respect voor de regels de basis is van hun werk. Dat kan uiteindelijk grote gevolgen hebben. De aanhangers van Donald Trump bestormden het Capitool nadat hun idool de verkiezingen had verloren, maar zich daar niet bij neerlegde. Dichter bij huis is de Britse premier Boris Johnson in een immer uitdijend schandaal verwikkeld omdat hij en zijn collega’s de coronaregels grof geschonden hebben door illegale feestjes te organiseren tijdens lockdowns – en daar ook nog over liegen.

#MeToo en ander ongewenst gedrag

Er was vorig jaar een aantal opmerkelijke #MeToo-affaires. De Amsterdamse SP-wethouder Laurens Ivens trad in juli af wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag tegenover vrouwen. Het aftreden van de populaire wethouder voor wonen kwam voor de buitenwereld onverwacht en het was aanvankelijk ook onduidelijk wat Ivens dan precies misdaan had. Hij stond bekend als een informeel politicus, die ook buiten de vaste procedures om makkelijk te benaderen was. Toen er later meer details naar buiten kwamen bleek die informele, populaire stijl precies het probleem. Op het stadhuis gingen de verhalen over Ivens al sinds 2015 rond. Burgemeester Femke Halsema kreeg in 2019 signalen van vrouwelijke ambtenaren dat Ivens hen benaderde en afspraken met hen maakte voor lunches of een drankje ’s avonds. Halsema berispte hem, maar dat weerhield Ivens er niet van om zich op te blijven dringen aan ambtenaren en burgers, die hem als wethouder met hun problemen benaderden. In juli werd zijn positie onhoudbaar, toen vier vrouwelijke ambtenaren een klacht indienden.

De Amsterdamse SP had sowieso een moeilijk jaar. In oktober werd Tiers Bakker gekozen als lijsttrekker voor de SP in Amsterdam, twee weken erna zag hij er alweer vanaf ‘vanwege persoonlijke omstandigheden.’ Het bleek dat Bakker in 2018 betrokken was geweest bij huiselijk geweld tegen zijn vriendin. Het ging er zo heftig aan toe dat de politie hem aanhield. De zaak was uiteindelijk ‘niet zwaar genoeg’, zo vertelde Bakker tegen Het Parool, en werd daarom geseponeerd. Het bestuur van de SP nam het Bakker vooral kwalijk dat hij de aanhouding voor de partij had verzwegen en dat hij sinds de affaire op een ander adres woont dan waar hij officieel staat ingeschreven.

Sidney Smeets moest vlak na de verkiezingen alweer opstappen als Kamerlid voor D66, toen bleek dat hij als advocaat seksueel getinte berichtjes had gestuurd aan minderjarige jongens. De advocaat had niets strafbaars gedaan, maar zijn positie was onhoudbaar geworden, zeker binnen D66, dat net het jaar daarvoor een #MeToo-onderzoek naar partijprominent Frans van Drimmelen achter de rug had. NRC Handelsblad en De Telegraaf schreven beide uitgebreid over Dion Graus. Het PVV-Kamerlid zou verschillende vrouwelijke fractiemedewerkers (onder wie zijn ex-partner) seksueel misbruikt hebben. Eind december liet het OM na onderzoek weten dat Graus niet vervolgd zal worden, bij gebrek aan bewijs.

Bij1 zette in juli Quinsy Gario uit de partij wegens een vertrouwensbreuk. Aanvankelijk was het onduidelijk waarom de nummer twee op de kandidatenlijst weg moest. Bij1 had naar aanleiding van ‘signalen’ een onderzoek laten doen door een advocatenkantoor. Toen details naar buiten kwamen, bleek dat er vijftien meldingen waren over ‘het zaaien van tweedeling’ en ‘mannelijke dominantie en manipulatief gedrag’. Samengevat: ‘toxisch gedrag’.

Er is binnen en buiten Bij1 veel kritiek geweest op de manier waarop Sylvana Simons de affaire heeft aangepakt. Gario zou onvoldoende kans hebben gehad om zich te verdedigen en aanvankelijk was het voor de buitenwereld onduidelijk waarom hij geschorst was. Dat kan zo zijn, maar de critici missen iets heel belangrijks. Het opmerkelijke aan deze kwestie is dat Bij1 deze affaire zélf heeft laten onderzoeken, Gario zélf geschorst heeft en zélf het nieuws naar buiten heeft gebracht. Dat is uniek. Vrijwel alle politieke integriteitsaffaires worden onthuld door journalisten of komen naar buiten omdat de politie, rijksrecherche of Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) iemand onderzoeken. Politieke partijen kennen in Nederland nauwelijks zelfreinigend vermogen: ze hebben altijd druk van buiten nodig.

Bestuurlijke cultuur en integriteit

Traditioneel levert de categorie ‘wangedrag in de privésfeer’ ieder jaar de meeste affaires op in de PII. Dat kan variëren van dronkenschap en vechtpartijen tot fraude. Kortom, al het wangedrag dat niet direct samenhangt met de politieke functie. Afgelopen jaar bleek ‘onverenigbare functies en bindingen’ (belangenverstrengeling) met 21 affaires de grootste categorie. Zo’n plotselinge sprong vraagt om een verklaring. Een deel van de affaires komt uit Limburg, waar een aantal CDA-politici zichzelf en elkaar jarenlang lucratieve deals en klussen heeft toegeschoven. Verder is de stijging te verklaren door problemen rond partijfinanciering, de draaideur tussen politiek en bedrijfsleven, dubbele functies en vastgoedbelangen van lokale politici.

Zo kent Nederland geen goede regels om transparantie rond partijfinanciering af te dwingen. PVV en FvD weigeren uit te leggen waar zij hun campagnes van betalen. Maar andere partijen hebben ook hun problemen. Pieter Omtzigt schreef in een interne memo dat sponsors van het CDA invloed op het verkiezingsprogramma hadden uitgeoefend. Follow the Money onthulde dat de grootste donateur van de partij, Hans van der Wind, een passage over extra budget voor het trainen van schoolhoofden in het programma wist te krijgen – Van der Wind is medeaandeelhouder van een bedrijf dat dat soort trainingen aanbiedt. CDA’er Sywert van Lynden sloot een lucratieve deal met het ministerie van Volksgezondheid om mondkapjes in te kopen. D66 kreeg een miljoen van de techmiljonair Steven Schuurman. Zakenman Rob Defares doneerde in de loop der jaren enkele tonnen aan D66. Daarover ontstond in september ophef, toen D66-wethouder Victor Everhardt een deal met hem sloot over een nieuw kunstmuseum op de Zuidas. Critici vroegen zich af of er een verband was met die donaties.

Zelfs als niets onoirbaars is gebeurd, blijft er bij die donaties de schijn van belangenverstrengeling. Dat speelt ook bij politici die overstappen naar het bedrijfsleven. Cora van Nieuwenhuizen (VVD) stapte in augustus op als minister van Infrastructuur en Waterstaat om voorzitter te worden van de Vereniging Energie-Nederland. Zij viel eerder in als minister van Economische Zaken en bezit dus nogal wat kennis en contacten die zeer relevant zijn voor de energiesector. Na de aankondiging van haar transfer mocht ze nog steeds aanschuiven bij kabinetsvergaderingen, waarmee ze dus toegang bleef houden tot potentieel zeer vertrouwelijke en gevoelige informatie. Van Nieuwenhuizen verdedigde zich door te stellen dat ze geen regels had overtreden. Formeel klopte dat, want het kabinet had de regels voor dergelijke politieke draaideuren net stilletjes afgeschaft. Er ontstond de nodige ophef, zelfs binnen haar eigen VVD. Na deze affaire kondigde Mark Rutte aan de regels weer aan te gaan scherpen. De noodzaak daartoe blijkt uit een groot onderzoek van de Volkskrant in oktober, waaruit bleek dat bijna eenderde van de voormalige bewindslieden en Kamerleden een lobbyfunctie is gaan bekleden. Als ook de oud-politici die zich hebben gevestigd als ‘zelfstandig adviseur’ meegerekend worden, dan stapt zelfs 44,4 procent van de politici over naar het bedrijfsleven.

Ook voor provinciale politici zijn strengere regels nodig. Zo is Klaas-Jeroen Terwal lid van de Provinciale Staten in Noord-Holland, maar ook directeur public affairs bij KLM. Hij is dus lobbyist voor de luchtvaartmaatschappij. Hij vindt zelf dat hij die twee functies goed kan scheiden, maar in de praktijk gaat dat niet altijd goed. BNR onthulde dat hij had meegestemd over een motie die opriep tot ‘forse krimp van het aantal vluchten op Schiphol’. Gevraagd om een reactie liet Terwal aan BNR weten dat hij zich die motie niet direct kon herinneren.

Dit zijn geen losse incidenten. Nederland krijgt precies op dit gebied jaar na jaar harde kritiek van Greco, de Europese anti-corruptiewaakhond. Nederlandse politici zijn streng voor burgers (denk aan de toeslagenaffaire) maar hebben weinig regels voor zichzelf opgesteld. In het laatste rapport constateert Greco dat Nederland niets doet met de Europese waarschuwingen. Landen als Albanië en Bulgarije volgen de aanwijzingen veel beter op.

Het nieuwe kabinet belooft werk te maken van een nieuwe bestuurscultuur. De eerste tekenen zijn niet gunstig. Het regeerakkoord van Rutte IV noemt het woord ‘integriteit’ niet één keer (wel een keer ‘niet-integere’, maar dan gaat het over het aanpakken van frauderende zorgondernemers.) Als politici het vertrouwen van burgers willen terugwinnen dan kan dat alleen als ze zelf het goede voorbeeld geven. Politici die openlijk lak hebben aan regels of fatsoensnormen, hollen het vertrouwen in het openbaar bestuur uit.

Met dank aan Leo Huberts, Muel Kaptein en Lotte Eising

In een eerdere versie werd gesteld dat er tegen Quinsy Gario zestien klachten waren ingediend. Het ging om vijftien meldingen.

In een eerdere versie heette de tweede categorie affaires ‘#MeToo in de Nederlandse politiek’. Dit is veranderd in ‘MeToo en ander ongewenst gedrag’, omdat de affaire in de partij Bij1 geen MeToo-zaak was.

Verantwoording Politieke Integriteits-Index

De Politieke Integriteits-Index (PII) is een project van Leo Huberts (emeritus-hoogleraar bestuurskunde aan de VU), Muel Kaptein (hoogleraar bedrijfsethiek aan de RSM Erasmus Universiteit) en onderzoeksjournalist Bart de Koning. De PII brengt integriteitsschendingen door Nederlandse politici vanaf 1980 in kaart. De eerste aflevering van het jaarlijkse integriteitsonderzoek verscheen in 2013 in Vrij Nederland. Vanaf dat jaar biedt de Politieke Integriteits-Index een behoorlijk compleet beeld van alle affaires door politici in Nederland, al bestaat altijd het risico dat we een lokale kwestie missen. Dit jaar verschijnt de PI-Index voor de vierde keer in de Volkskrant.

De gedachte achter de PI-Index is niet alleen om het aantal affaires zo objectief mogelijk te meten, maar ook om er lessen uit te kunnen trekken: wat voor schendingen doen zich het meest voor, wat zijn de risicofactoren en waar moeten politici alert op zijn?

De opstellers van de PI-Index zijn daarbij niet de morele scheidsrechter: Wij bepalen niet of iets al dan niet integer is en we doen evenmin onderzoek naar nog onbekende integriteitsschendingen. De Index vermeldt integriteitsaffaires waarbij het gaat om het overtreden van geldende morele waarden, normen en regels. Dat kunnen ook interne regels van een partij zijn: overspel is bijvoorbeeld binnen de SGP een ernstige zonde, bij seculiere partijen is het een privékwestie. De integriteit van de betrokkene is daarbij in het geding. De betrokken politicus moet wegens de affaire zijn afgetreden en/of gesanctioneerd, formeel via onderzoek (al dan niet strafrechtelijk) of informeel (bijvoorbeeld excuses, erkenning van schuld, terugbetaling). Ook als een politicus de affaire heeft ‘overleefd’ kan de zaak in de Index worden genoemd, maar alleen als de feiten voldoende ernstig zijn en tot vraagtekens over iemands integriteit hebben geleid. Dit betekent dus niet dat als iemand op de PI-Index staat er automatisch sprake is geweest van een integriteitsschending. Het gaat om ‘integriteitsaffaires’, niet om (onomstotelijk) vastgestelde schendingen.

Criteria voor opname in de Politieke Integriteits-Index 2021

- Het gaat om gekozen (of benoemde) Nederlandse politici die een functie hebben of hadden (of daarvoor kandidaat waren) bij gemeente, provincie, rijk, een Europese of internationale instelling of met een relevante (bestuurs)functie in een politieke partij of in de politiek-bestuurlijke besluitvorming.

- Bij integriteitsaffaires gaat het om het overtreden van geldende morele waarden, normen en regels. De integriteit van de betrokkene is in het geding, wordt ter discussie gesteld, het gaat om (mogelijke) integriteitsschendingen. Andere politieke affaires, zoals budgetoverschrijdingen of verbroken verkiezingsbeloften, vallen er buiten.

- Het gaat om een publieke affaire die ‘de pers’ heeft gehaald. Het jaar waarin de affaire publiek wordt via de media is het jaar waarin de affaire in de Index terechtkomt (niet het jaar waarin de feiten zich voordeden).

- De betrokken politicus is wegens de affaire afgetreden en/of gesanctioneerd (formeel of informeel, bijvoorbeeld blijkend uit excuses, erkenning van schuld, terugbetaling). De mate waarin de integriteit van de betrokken politicus in het geding is, blijkt ook uit iemands reactie op de affaire. Wanneer het leidt tot het aftreden wegens de affaire en/of sancties (formeel of informeel, bijvoorbeeld excuses of erkenning van schuld) dan laat dat zien dat iemands integriteit in het geding is. Ook als dat niet het geval is en een politicus de affaire ‘overleeft’ kan de zaak in de lijst worden genoemd, maar alleen als de feiten vaststaan of uit geloofwaardige bron komen, ze voldoende ernstig zijn en in de publiciteit tot serieuze vraagtekens over iemands integriteit hebben geleid. Dit betekent dus niet dat als iemand op de lijst staat er dus automatische sprake is van een integriteitsschending, noch dat er een gedragsregel is overschreden.

- De volgende typen integriteitsschendingen worden onderscheiden: corruptie (omkoping, favoritisme); fraude of diefstal; dubieuze giften; onverenigbare functies; misbruik van bevoegdheden; misbruik van informatie; ongewenste omgangsvormen en bejegening (in functie); wanprestatie en verspilling; wangedrag in de privésfeer. Deze indeling is ontleend aan werk van de VU-onderzoeksgroep Quality of Governance.